Dakbedekking Tuinhuis / Overkapping

In aflevering #128 van GaderoTV laten wij zien hoe u EPDM dakbedekking aanbrengt. EPDM is een rubber folie wat in de meeste gevallen in één stuk geleverd wordt en wat 1mm dik is. (Bij extreem grote daken wordt het EPDM folie in twee stukken geleverd en dient u rekening te houden met overlap.) Bij juiste montage is de kans op lekkage nihil. EPDM folie wordt gebruikt als dakbedekking voor een plat dak.

Easyroofing is een vorm van zelfklevende dakbedekking en daardoor veel makkelijker te monteren dan bijvoorbeeld dakleer of EPDM. Easyroofing is ook heel veilig om te plaatsen, zo heeft u geen brander of spuitlijm nodig. Het zelfklevende materiaal hecht zich aan bijna alle ondergronden zoals hout, metaal, bitumen, beton en kunststof. Het materiaal werkt alleen niet op PVC en op siliconen ondergronden. Easyroofing is afgewerkt met aluminium. Dit geeft het materiaal een mooie zilvergrijze kleur en biedt bescherming tegen UV-stralen en andere weersinvloeden.

Bekijk de Productspot aflevering Dakbedekking leggen: Easyroofing Aluminium Zelfklevend van Gadero TV voor tips en tricks over het plaatsen van Easyroofing.

Bij Gadero vindt u diverse vormen van dakbedekking waaronder bitumen dakshingles van het merk IKO, de expert in dakshingles. Deze dakshingles zijn niet alleen hoogwaardig maar bovendien licht in gewicht en eenvoudig in gebruik. De hoogwaarde dakshingles zijn tevens rotvrij, deels zelfklevend en CE-genormeerd. Alle type dakshingles bieden wij bij Gadero los aan en als extra optie (meerprijs) bij de aanschaf van o.a. een blokhut, carport of prieel.

U vindt bij Gadero diverse kleuren en stijlen dakshingles waaronder Recht Zwart, Beverstaart Rood en Hexagonaal Groen. De dakshingles kunnen geplaatst worden op hellende daken, van zacht hellend (15°) tot steil (85°).

Tip: In GaderoTV aflevering #161 - Dakshingles Plaatsen - wordt uitgebreid uitlegd hoe u verschillende varrianten van dakshingles plaatst.

Hoeveel dakshingles heb ik nodig?

Een verpakking dakshingles is goed voor ca. 3 m² afgewerkt dakoppervlak. U dient dus het totaal te leggen dakoppervlakte correct te bereken. Houd altijd rekening met 15% extra aan m² dakshingles t.a.v. snijafval voor o.a. het maken van de aanvangsstrip en de afwerking van de nok.

Voorbereiding

Een correcte montage en bevestiging van de dakshingles is van belang zodat een dak bestand is tegen alle mogelijke weersomstandigheden. Zorg altijd voor een degelijke houten dakconstructie die tevens goed geventileerd is. Een houten dakconstructie kan bestaan uit bijvoorbeeld dakbeschot van vellingdelen of uit plaatmateriaal waaronder OSB of underlayment van minimaal 18 mm dik. Het vlakke dakbeschot dient tevens droog en vuilvrij te zijn voor een optimaal resultaat. Dakshingles kunnen rechtstreeks op hout verlegd worden. Voor extra bescherming kunt u ook een onderlaag gebruiken van bijvoorbeeld dakleer.

Voor het correct bevestigen van dakshingles dient u gebruik te maken van zwarte bitumen kit (koud lijm) en nagels. Nagel met een hamer een shingle altijd op de juiste manier vast. Sla de nagel recht door de shingle in het houten dak. De platte koppen van de nagels moeten vlak aansluiten op een dakshingle en mogen niet de shingle binnendringen. Spijker steeds 2,5 cm boven de insnijding en 2,5 cm bij alle randen van shingles vandaan om inscheuren en schade te voorkomen. Voor het verkleven van punten van dakshingles met zwarte kit dient u spaarzaam te zijn en de stroken mogen niet groter zijn dan 25 mm.

Tips plaatsen van Dakshingles

Let op! De instructies voor het leggen van de dakshingles vindt u altijd bij de dakshingles. Hieronder vindt u algemene tips en aandachtspunten voor het leggen van rechte dakshingles in half tabs patroon. Deze tips gelden tevens voor het monteren van de meeste andere type dakshingles. Wanneer u dakshingles wilt leggen in een ander patroon dan adviseren wij altijd de instructies op het pak van de dakshingles te volgen. Bekijk ook de afbeeldingen onderaan deze pagina.

Buig altijd eerst een pak dakshingles voor het openen om deze beter van elkaar af te kunnen krijgen. De anti-kleef strip op de achterzijde van een dakshingles hoeft u niet te verwijderen. Deze zorgt er enkel voor dat dakshingles in de gesloten verpakking niet aan elkaar plakken. De kleefstroken op de voorzijde zorgen ervoor dat dakshingles onder invloed van de warmte van de zon aan elkaar kleven. Lichte kleurvariaties zijn bij dakshingles altijd mogelijk. Om deze kleurafwijkingen te vermijden adviseren wij om dakshingles uit verschillende pakken te mengen.

1. Aanvangsstrips / beginstrips maken

Start met het maken van de “aanvangsstrips” door alle tabs van een dakshingle in de lengte correct af te snijden ter hoogte van de tab insnijdingen. Deze zogenaamde aanvangsstrips leg je als basis / onderlaag aan de onderkant op de rand van het dak.

2. Plaatsen van aanvangsstrips

Start onderin eerst met een half tabs aanvangsstrip. Snijd van een gemaakte aanvangsstrip een halve tab in de breedte af. Vernagel deze half tabs ingekorte aanvangsstrip links aan de rand van het dak met 4 nagels. Plaats vervolgens van links naar rechts de rest van de complete aanvangsstrips. Plaats alle aanvangsstrips door deze 6 - 10 mm over de dakrand heen te laten steken.

3. Vernageling en verkleving van dakshingles

Voor het bevestigen van dakshingels met een hellingsgraad van 15° - 60° onder normale omstandigheden geldt dat een shingle enkel vernageld hoeft te worden met 4 nagels volgens de instructies.

Let op! Bij steile dakhellingen (60° - 85°), bij grote windbelasting of bij koude weersomstandigheden adviseren wij om 6 nagels te per dakshingle te gebruiken. Spijker 2 nagels bij de 2 tab insneden van de shingle voor extra stevigheid. De 2 nagels dienen geplaatst te worden met minimale tussenafstand van 50 mm. Daarnaast dient u elke tab van de dakshingle te verlijmen met bitumenkit op de hoeken van de tab.

Let op! Verlijm altijd met zwarte bitumenkit de tabs van een dakshingle die aan dakranden worden bevestigd, ongeacht de hellingsgraad of weersomstandigheden. Dit geldt bij de eerste rij dus voor alle tabs van de dakshingles en voor de tab van elke dakshingle die aan de zijkant langs een dakrand wordt geplaatst. Hiermee beschermt u de dakshingles die aan de dakranden worden gelegd tegen weersomstandigheden als wind en regen.

4. Eerste rij dakshingles plaatsen

Begin links met een volledige dakshingle die aan de zijkant en onderrand gelijk wordt gelegd met de reeds geplaatste en ingekorte half tabs aanvangsstrip. Omdat dakshingles half tabs ( halfsteens verband) worden gelegd, bevestigd u deze volledige shingle half tabs over de rand van de tweede aanvangsstrip. Zo overlapt u telkens dakshingles volgens een vast patroon en ontstaan waterdichte verbindingen. Vernagel de volledige dakshingle en bevestig vervolgens van links naar rechts de rest met complete dakshingels.

5. Tweede rij en volgende rijen dakshingles plaatsen

Snijd van een volledige dakshingle een halve tab in de breedte af. Bevestig deze half tabs dakshingle vervolgens volgens de instructies over de strip van de volledige dakshingles van de eerste rij. Bevestig vervolgens van links naar rechts de rest met complete dakshingels waardoor een half tabs patroon ontstaat.

De derde rij begint u vervolgens weer met het bevestigen van een volledige dakshingle. De vierde begint u weer met een half tabs dakshingle waarvan een halve tab is afgesneden. U vervolgt met het leggen met de volgende rijen dakshingles middels het half tabs patroon tot net onder nok van het dak (aan beide kanten).

6. Nokstukken maken

Voor het afwerken van de nok bevestigd u zogenaamde nokstukken over de rand van het dak. Om nokstukken te maken versnijdt u de tabs van een complete dakshingle los van elkaar in de volledige breedte, zodat er 3 gelijke stukken gevormd worden. U haalt 3 nokstukken uit 1 volledige rechte dakshingle. Uit een volledige pak rechte dakshingles van 3 m² haalt u ca. 8,8 meter aan te plaatsen nokstukken (inclusief vernageling / overlap).

Tip: Omdat de nokstukken over de nok geplooid moeten worden adviseren wij om de nokstukken per 2 stuks voor te plooien door deze licht met de hand te verbuigen. Zo krijgen de nokstukken reeds een juiste vorm waardoor deze eenvoudiger te plaatsen zijn. Daarnaast voorkomt u dat de nokstukken gaan inscheuren. Bij koud weer is het raadzaam om de nokstukken aan de achterzijde een beetje te verwarmen met bijvoorbeeld een kleine brander of föhn.

7. Nokstukken plaatsen

Voordat u de nokstukken gaat bevestigen middels volgens het principe van de dubbele dekking, bepaalt u eerst in welke dwarsrichting u de nokstukken bevestigd. Wind speelt hierbij een belangrijke rol. U bevestigd de nokstukken altijd op de (over)heersende windrichting. Begin met het plaatsen van de eerste nokstuk dus op de meest dominante windrichting, om opwaaien zoveel mogelijk te voorkomen.

Vernagel de eerste nokstuk 16 cm van de kant van de tab en 2,5 cm van de rand (aan beide kanten). Plaats vervolgens het tweede nokstuk zo dat 14 cm wordt blootgelegd. Zorg ervoor dat nagels nooit zichtbaar zijn. Leg vervolgens de rest van de nokstukken volgens het principe van dubbele dekking over de nok van het dak. Voor de afwerking van de eerste nokstuk snijdt u op maat nog een stuk af zodat deze exact tegen de rand van nok aankomt. Dit laatste ingekorte nokstuk vernageld u nooit, deze dient u enkel te verlijmen met bitumenkit.