Houten tuintrap

Zaag de plank van 14,5 cm breed in 2 delen van 250 cm lang. Bevestig daarna deze 2 delen aan palen van 7 x 7 cm in hardhout of eventueel exemplaren die behandeld zijn met Celfix. Doe dat onder een hoek van 45 graden.

De trapwang of trapboom is de zijkant van de trap. Zorg ervoor dat er tussen de planken een evenwijdige ruimte is van maximaal 80 cm. Tussen de trapwangen gaan we van diezelfde plank de treden monteren. De treden vastzetten doet u het best door enkele korte balkjes 4,5 x 7 cm tegen de trapwang vast te maken. Zorg ervoor dat deze balkjes maximaal 27,5 cm lang zijn en goed waterpas worden vastgezet. Bevestigen kan met 2 ijzeren verbindingshoeken per balkje.

Volgens de trapformule moet er 18 cm hoogteverschil tussen de treden zijn: 2 maal 18 cm optrede + 27,5 cm aantrede = 63,5 cm. De hoogte tussen de onder- en bovenkant van de trede kan snel met een rolmeter of vouwmeter worden uitgemeten. De treden vastzetten kan eenvoudig met de Torx-schroeven van 4 x 50 mm. Maak de treden niet breder dan 80 cm. Anders buigen ze door. U kunt ook kiezen voor onze speciale dekdelen van 38 mm dikte voor trappen en bruggen. Als u een heel brede trap wilt, dan moeten de treden in het midden nog extra ondersteuning krijgen in de vorm van een dwarsbalk.

Het is wel veiliger en mooier om de ruimte onder de treden ook dicht te maken met een zogenoemd stootbord. Dat doet u het best met de 15 cm brede Celfix-tuinplank - schuttingplank (2,2 cm dik). De planken vastmaken kan gemakkelijk met Torx-schroeven van 4 x 50 mm.

Met behulp van vierkante palen van 7 x 7 cm en dwarsbalken van 4,5 x 7 cm kunt u zonder veel moeite een leuning maken. Als de trap maar enkele treden hoog is, dan is een leuning wellicht niet nodig.