Tuinverlichting aanleggen

Voordat u begint met het aanleggen van stroomkabels en het plaatsen van de tuinverlichting, is het aan te raden om een lichtplan te maken. Zo weet u precies waar welke kabels moeten komen en wat de voedingsbron is van het geheel. Op deze manier houdt u eenvoudig overzicht en kunt u altijd terugvallen op uw plan.

Door het maken van het lichtplan, kunt u eenvoudig bekijken waar u bestrating dient te verwijderen. Na het verwijderen van de bestrating kunt u alvast de snoeren uitleggen om te kijken hoe dit uitkomt. Zo weet u of uw plan klopt en kunnen er eventuele aanpassingen nog worden gedaan. Zorg ervoor dat u een kleine geul ingraaft onder de bestrating.

Na het verwijderen van de bestrating en het uitgraven van de geul, kunt u de kabels gaan leggen. Zorg ervoor dat u deze altijd in een rechte lijn legt! Aan de kabels zit een mannetjes - en vrouwtjes verbinding. Deze kunt u op 1 manier aan elkaar vastmaken. Ook kan er gebruik worden gemaakt van een zogenaamde t-splitter. Deze hebben een doorvoer op 2 punten en worden aangesloten op de hoofdvoeding. Dit is handig voor losse lampen. 

Bestel ook een transformator mee, zodat u uw kabels kunt aansluiten op de verlichting. Alles is handig aan elkaar te koppelen door middel van het plug & play systeem. De transformator zelf is spatwaterdicht en daarom is ook het advies deze binnen te plaatsen. Boor daarvoor een gat in de muur en steek de stekker hier doorheen. Kijk van te voren goed welk deel precies door de muur gaat, zodat u niet de verkeerde kant heeft.

Als eerst wordt uitgelegd hoe u uw staande buitenlamp kunt plaatsen. Bij deze lamp worden standaard pluggen meegeleverd. Het voedingspunt van de lamp zit onderin, houd er dus rekening mee dat u deze verbindt met de kabel in de grond. Het is aan te raden uw lamp vast te maken aan de betegeling. Boor van te voren een gat in uw tegel waar de kabel doorheen kan en verbindt zo beide kabels met elkaar. Daarna kunt u met behulp van de pluggen en schroeven uw lamp vastzetten op uw bestrating. 

De grondspots zijn net als de staande lampen, eenvoudig aan te sluiten. In dit geval worden ze geplaatst onder de bomen. Steek daarvoor 5 a 10 cm weg in de grond. Leg de bekabeling en de spots hierin en vul ook dit weer aan met ophoogzand en de graszoden. Het mooiste is om rond de bomen grind te plaatsen voor een mooi aanzicht. 

De wandverlichting is geen 24 volt, maar 230 volt. De lamp hoeft niet aangesloten worden op een transformator, maar kan gelijk op een bestaande netspanning worden aangesloten. U kunt de achterkant van deze lamp (de montage zijde) los halen. Deze plaatst u eerst aan de muur en vervolgens kunt u de plaatsen markeren waar de gaten moeten komen. Boor een gat door de muur waar de kabels doorheen moeten. Gebruik 6mm pluggen voor de hoeken waar u 4x40 mm schroeven in kunt monteren. Voor de kabel kunt u het best een 8mm plug gebruiken, deze moet volledig door de gevel heen. De draden koppelt u eenvoudig aan elkaar door middel van de kroonsteen. Draai de moer aan de onderkant goed vast.

Het is noodzakelijk om een stukje van uw gazon te verwijderen, wil u de kabels netjes wegwerken. Om uw gazon toch nog mooi te houden is het een aanrader om ongeveer 15 cm uit te graven, zo kunt u later uw graszoden weer netjes terug plaatsen. Leg eerst wat ophoogzand in de geulen die u heeft uitgegraven voordat u de kabels hier in plaatst. Draai de kabels in elkaar en vul het daarna weer op met ophoogzand.